's-Bosch. Imm. Leuven in 1684 (artes, pedagogie de Burcht, dives, minderjarig). Promoveerde 14 november tot A.L. als 39e van 126 candidaten. Gedoopt (R.K.) 16 juli 1666; zoon van Johannes en Catharina van Boxtel. Op 27 juli 1688 ingekleed als capucijn (kloosternaam: Angelus). Priester gewijd te Gent 19 september 1693. Per 21 januari 1728 vicaris van het klooster te Brugge. Verder werkzaam te Mechelen, Brussel en Tienen. Overleed te Brugge 20 april 1739. De door hem voorgenomen publicatie van een bundel preken werd verhinderd door censoren die jansenistisch onraad meenden te ruiken.MUL, VII, 5; ARAB/FUL 812; Hildebrand, V 227, VI 205, 530, VII 67 | 190 |
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten XLIV (1979) 190
P. Hildebrand, De Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik V (1950) 227; VI (1951) 502, 530; VII (1952) 67; VIII (1954) 143; IX (1955) 355, 419, 486